De ideale omgevingstemperatuur is 20-24 ° C. Lagere temperaturen worden goed verdragen indien de dieren in groep gehouden worden en ze over voldoende bodembedekking  beschikken. Hogere temperaturen worden minder goed verdragen, vooral door drachtige zeugjes. Vermijd tocht want dit kan de cavia ernstig ziek maken!

De aanbevolen minimum afmetingen voor een caviakooi zijn: 60x60x40 (lxbxh) of 100x50x40 cm voor twee dieren. De kooi dient van kunststof te zijn in verband met de knaaglust van de cavia en de hygiëne.

Als bodembedekking kan men gebruik maken van volgende materialen: stro, houtvezel of zaagmeel. Een cavia vindt het ook aangenaam om enkele schuilplaatsen te hebben, hierin kunnen bijvoorbeeld stenen bloempotjes goed voorzien.

Het water kan best gegeven worden in een geglazuurd aardewerken bakje. Dit omdat de cavia er de gewoonte op na houdt om zijn mond te spoelen en het vervolgens weer in de drinkfles terug te spuwen. Dit is niet alleen onhygiënisch maar door kleine deeltjes kan de drinknippel gaan lekken waardoor de fles leegloopt in de kooi. De waterbehoefte van de cavia bedraagt ca. 50-100 ml water per dag, maar is afhankelijk van de voeding en de omgevingstemperatuur.

Cavia’s zijn zeer zachtaardige diertjes die zelden bijten en uit hun kooitje ontsnappen. Ze verdragen het goed te worden gehanteerd. Dit laatste gebeurt door omvatten van de borstkas terwijl het achterwerk ondersteund wordt met de andere hand (zoniet risico op scheuren lever door gewicht cavia).  Bij het uit de kooi nemen van een cavia moet men er zich ook bewust van zijn dat een cavia, in tegenstelling tot een rat of muis, niet zo slim is om het einde van een tafeloppervlak of een aanrecht te herkennen. Dit betekent in de praktijk dat een cavia gemakkelijk van tafel valt. Laat de kinderen dus best met de cavia op de grond zitten om er mee te spelen.

Deze elementen bevatten zeer veer vezels en garanderen een goede spijsvertering en zorgen voor een optimale tandenslijtage. Verschillende soorten weidehooi en gedroogde grasproducten die hun groene kleur behouden hebben zijn beschikbaar in de winkel. Het hooi moet fris ruiken en mag niet te stoffig zijn.

Vers groenvoer mag zeker bijgegeven worden o.a. paardebloem, klaver, weegbree, gras, wortels, witloof, sla, tomaat, peterselie. Hoe groener het blad, hoe meer vitamine C er in zit. Overdrijf met geen enkel groenvoer in hoeveelheid. Kleine hoeveelheden per keer zijn voldoende. Grotere hoeveelheden kunnen soms maag-darmstoornissen veroorzaken.

Door de cavia ook wilge- of beuketakken te geven kan hij zijn knaagbehoefte botvieren en door het eten van de bast krijgt hij ook nog eens vitaminen binnen.

Wat betreft het geven van krachtvoer (korrels) mag de hoeveelheid niet meer bedragen dan 10 % van het rantsoen van de cavia, tenzij het over groeiende of zogende cavia’s gaat. Wanneer ze meer krijgen dan gaan hun tandjes niet genoeg afslijten. Cavia's hebben veel vezels nodig in hun voeding. Dit dient om hun tanden die continu doorgroeien correct af te slijten en om hun maag-darmflora in optimale conditie te houden. Vezels geef je door smakelijk hooi te verstrekken aan je cavia's. Dit hooi moet samen met het groenvoer het hoofdbestanddeel vormen van hun dieet. Korrels die je ernaast geeft vormen slechts een aanvulling.

De cavia mag niet te snel van de ene voeding op de andere voeding gezet worden. Wanneer hij bijvoorbeeld in het voorjaar op gras mag, doe dit dan niet te snel. Neem voor de eerste keer maar een half uurtje zodat hij geen darmproblemen (diarree) krijgt.

Konijnenkorrels zijn absoluut ongeschikt voor de cavia, omdat in de regel geen extra vitamine C bij dit voer toegevoegd wordt. Verder moet men ook weten dat de vitamine C activiteit in caviakorrels al na 6 weken gehalveerd is.

Preventief wordt best vitamine C bijgegeven in het drinkwater! Drinkwater dat sterk gechloreerd is, alsook contact met metaal kan het vitamine C echter onwerkzaam maken. Verder is het ook van belang om het water elke dag te verversen.